Vluchtelingenliefde

De verzande bedding van de weg waarop we sliepen ligt nog steeds bezaaid met de stenen uit het eerste huis dat we er samen bouwden

Langs weerskanten guitige madeliefjes die aan vroeger doen denken
en het vingerhoedskruid dat tot de dag van gisteren nageurde in je briezen

Verlies sowieso
want we wisten te weinig
en wilden teveel

En ja,
ik weet nog hoe je kamer na kamer vrijwaarde tot plunderaars zelfs het kussen sloopten in een onvoltooide sluipmoord
die maanden voordien al was aangekondigd

We liepen want waren ongehoord
in bordelen van eerzaamheid
waar roddels achter kopjes gedijen

En na de vloed kwamen ratten die restanten uit je moederschroot verorberden
en de splinters die ons onderweg toegeworpen
langs alle kanten
blijven steken,
ze etteren van tijd
Het zij zo

Ze zijn niet van mij
noch van jou
Dat maakt het draaglijk
ook al houden we nog van hen

Hel is niet de ander, zei je nog
Het is wat zij van zichzelf in jou herkennen en koste wat kost beschermen of net uitzuiveren
en daardoor beide

geknechte lijven enten zich op lijden
in een zelfgenoegzame roes
waarop ze gemeenschap hebben
Wie niet schikt,
schippert roedelloos
weg van doodseskaders
Je raadt het al
het rijmt niet

Wat rein is verdraagt geen rommel van waaruit we met de ons toebedeelde stukjes samen gestalte geven
voor even breekbaar
en morgen wat beter
we huilen dagen
en reizen ’s nachts
de mist in

Want als we
gewillig het lemmet van de keurslager die eerste keus presenteert in een berekend en koel betoog omarmen
snijden we vroeg of laat in ons eigen vlees
classe supérieure schaadt de warmte van over
vakjes heen en tussenin
Net daar waar ik met jou wil wonen

Onze snijwonden zitten op andere huid
dat wel
en herstel loopt langs wegen die eerst parallel, dan bot kruisen en in het beste geval samenvloeien
we bloeien wel elders
Dat vertelden we haar

Grasduinen in elkaars bloedende boezem maakt de ruimte die we claimen als de onze
groter,
open
en luisterrijk
weer de grenzen

Het innige overleeft wel in spleten,
dat weten we
en nu zij nog
intussen schuilen we verder
dichtbij elkaar
voor hen die we missen,
voor haar
en wie na ons

Een reactie plaatsen